De gebruikelijke passiviteit bleef de VVD ook in de jaren zestig nog geruime tijd kenmerken. Uit een grootschalige enquête die het hoofdbestuur in 1965 onder de afdelingen hield, bleek dat de organisatie vele feilen vertoonde. ‘Het karakter van vele afdelingen is teveel dat van een kiesvereniging. Dit betekent dat men activiteiten in hoofdzaak beperkt tot perioden van kandidaatstellingen en verkiezingen.’ Het ledental, na 1959 teruggevallen tot zo’n 30.000, steeg echter wel tot circa 38.000 in 1970.