1990 - 1998
Geschiedenis
In de jaren na het aantreden van Frits Bolkestein in april 1990 als voorzitter van de Tweede Kamerfractie en daarmee als partijleider, als opvolger van Joris Voorhoeve, maakte de VVD een enorme electorale come-back. De partij profiteerde van de liberale, individualistische tijdgeest die na de ondergang van het communisme in Oost-Europa en de Sovjet-Unie over het Westen vaardig was geworden. Daarnaast kon de VVD zich scherp profileren in de oppositie tegen het derde kabinet-Lubbers van CDA en PvdA (1989-1994).
Verkiezingen en regering
Met Frits Bolkestein als partijleider zorgde de VVD in de jaren negentig op electoraal terrein en wat betreft de partijen waarmee zij zou gaan regeren, voor grote verrassingen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen wist de nieuwe lijsttrekker de neergang om te buigen in groei: 31 zetels in 1994 – het een-na-beste resultaat ooit – en 38 in 1998, een record. Dat Bolkestein het electoraal zo goed zou doen kwam toch wel wat onverwacht: zo charismatisch was hij niet; en met zijn geaffecteerde taalgebruik en intellectualistische uitstraling leek het voor hem niet eenvoudig lager opgeleide kiezers te bereiken.
Programma's
In de jaren negentig discussieerde de VVD veelvuldig over haar inhoudelijke opstelling. Bevordering van het interne debat werd door de partijleiding gezien als een manier om de partij weer uit het slop te krijgen. Op de programmatische koers van de VVD zou partijleider Frits Bolkestein al snel zijn stempel drukken. Hij zette gevoelige kwesties op de politieke agenda, zoals ontwikkelingssamenwerking, het integratievraagstuk en de Europese samenwerking: de VVD zou zich op deze terreinen kritischer moeten opstellen.
Organisatie
‘Visie, Vaardigheid en Discipline’ – dat waren de zwaartepunten in het beleid ten aanzien van de VVD-partijorganisatie, in de optiek van partijvoorzitter Leendert Ginjaar (zie ook onder ‘partijcultuur’). ‘Vaardigheid inzake de handelingen van politici, bestuurders en leden’ werd vertaald in een verdere professionalisering van de organisatie. Er moest meer aandacht komen voor vorming en scholing, en voor de selectie van het politieke personeel.
Partijcultuur
‘Die V van de VVD staat ook voor vrolijkheid’, aldus Frits Bolkestein bij zijn aantreden in het voorjaar van 1990, toen hij Joris Voorhoeve was opgevolgd. Met de partij ging het niet goed: het voortdurende gebakkelei had een malaisestemming teweeggebracht. Geholpen door electoraal herstel lukte het de bedaarde maar ook wat afstandelijke Bolkestein om hierin verandering te brengen