Programma's 1948 - 1963
Verkiezingsprogramma’s
Verkiezingsprogramma’s
De liberale partijen van vòòr de Tweede Wereldoorlog waren nooit erg hecht georganiseerd; het individualisme dat veel liberalen eigen is, verzette zich daartegen. Dat gold ook voor de VVD in de eerste decennia van haar bestaan. Partijsecretaris Johannes Rutgers sprak er in het jaarverslag van 1948 ‘schande’ van; ‘in vrijzinnige kring blijkt men nog steeds het nut en noodzaak van organisatie niet in te zien’.
In organisatorisch opzicht was de VVD een regelrechte voortzetting van de PvdV. De partijorganisatie en het algemeen reglement – de PvdV kende geen statuten – werden op enkele kleine aanpassingen na ongewijzigd overgenomen. Op 31 maart en 1 april 1950 stelde de algemene vergadering van de VVD de statuten vast.
Vier keer bij de Tweede Kamerverkiezingen, in 1948, 1952, 1956 en 1959, was Pieter Oud lijsttrekker van de VVD. Opvallend was dat er op drie keer na een foto van hem op het verkiezingsaffiche prijkte – en dat in een periode dat de personalisering van de politiek nog niet zo ver was voortgeschreden als tegenwoordig. Onder Ouds aanvoering voerde de VVD verbeten campagne tegen de PvdA. Het ‘staatssocialisme’ van die partij zou eindigen in ‘staatsslavernij’.
Op zaterdagmiddag 24 januari 1948 zag in een overvol Bellevue in Amsterdam de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie het licht. De VVD ontstond uit het samengaan van de Partij van de Vrijheid (PvdV), waarvan Dirk Stikker partijleider was, en het Comité-Oud, vernoemd naar zijn voorzitter Pieter Oud.
In het voorjaar van 2006 werd Mark Rutte door de VVD-leden aangewezen als partijleider. Ondanks dit directe mandaat was zijn positie eerst niet onomstreden: hij was zijn rivale Rita Verdonk maar net voorgebleven en onder zijn leiding verloor de VVD enkele verkiezingen op rij.
In het voorjaar van 2001 stond de VVD er in de opiniepeilingen
De jaren 1971-1982 waren een gouden tijd voor de VVD. Onder leiding van Hans Wiegel groeide haar kiezersaanhang sterk. Was de partij in de jaren zestig, en ook nog 1971 onder leiding van Molly Geertsema, bij de Tweede Kamerverkiezingen steeds op ruim tien procent van de stemmen blijven steken, met Wiegel als lijsttrekker kwam zij in 1977 op bijna 18 procent uit.
In 1963 was Pieter Oud teruggetreden. Hij werd als partijleider opgevolgd door Edzo Toxopeus, die in 1969 plaats maakte voor Molly Geertsema. Onder hun lijsttrekkerschap bij de Tweede Kamerverkiezingen stagneerde de groei van de VVD: de partij kwam niet verder dan zestien à zeventien zetels.
Het beeld van de VVD in de eerste vijftien jaar van haar bestaan wordt bepaald door de persoon van Pieter Oud. Na de oprichting van de VVD in 1948 nam hij al snel het heft in handen. Tot vlak voor zijn terugtreden in 1963 was hij oppermachtig. Door zijn overwicht en gezag wist hij in de eerste jaren de partij bij elkaar te houden toen de behoudende vleugel zich keerde tegen de zelfstandigheid van Nederlands-Indië.