Frits Bolkestein (1933) studeerde enkele jaren wiskunde, vervolgens wijsbegeerte en Grieks, en daarna nog economie en rechten. In 1960 trad hij in dienst bij Shell, waarvoor hij her en der in de wereld werkte. Zijn grootvader Gerrit Bolkestein was lid van de links-liberale Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en van 1939 tot 1945 minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. In 1946 was hij met de VDB meegegaan naar de PvdA. Kleinzoon Frits Bolkestein stemde in de jaren vijftig op de PvdA, omdat de sobere premier Willem Drees hem aansprak.
In 1976 nam Bolkestein ontslag en vestigde hij zich weer in Nederland. Van de PvdA moest hij inmiddels niets meer hebben; het kabinet-Den Uyl ergerde hem mateloos. Hij werd lid van de VVD met als doel Kamerlid te worden om tegenspel te bieden aan de linkse nieuwlichters die afgaven op multinationals en de NAVO. Bolkestein kreeg een lage plaats op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 25 mei 1977, maar een half jaar later schoof hij toch door naar de Kamer. In het eerste kabinet-Lubbers (1982-1986) werd hij staatssecretaris van Economische Zaken. Na het zware verlies van de VVD bij de Tweede Kamerverkiezingen op 21 mei 1986 nam hij het initiatief om Ed Nijpels als partijleider af te zetten. Joris Voorhoeve werd de nieuwe fractievoorzitter; Bolkestein keerde terug naar de Kamerfractie. In september 1988 volgde hij Wim van Eekelen op als minister van Defensie, toen deze tussentijds moest aftreden.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 6 september 1989 werd Bolkestein opnieuw Kamerlid. Toen Voorhoeve in april 1990 als fractievoorzitter en partijleider terugtrad, nam hij diens plaats in. Met zijn nuchtere, stoïcijnse persoonlijkheid bracht hij zijn partij na al het interne gekrakeel in rustiger vaarwater. In electoraal opzicht zorgde hij voor groei. Op 8 maart 1995 werd de VVD bij de Provinciale Statenverkiezingen voor het eerst de grootste partij van het land. Bij de Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 behaalde zij bijna een kwart van de stemmen, meer dan ooit daarvoor.
Bolkestein stelde heilige huisjes in de Nederlandse politiek ter discussie, zoals ontwikkelingssamenwerking, de multiculturele samenleving en de Europese integratie. Hij ging daarmee door toen de VVD in 1994 toetrad tot de paarse regeringscoalitie, samen met D66 en de voormalige aartsvijand PvdA. Bolkestein bleef in de Tweede Kamer, waardoor hij zich relatief onafhankelijk ten opzichte van het eerste kabinet-Kok kon opstellen.
Van 1999 tot 2004 was Bolkestein lid van de Europese Commissie. Vanwege zijn kritische houding ten aanzien van de Europese Unie was zijn voordracht omstreden. Als eurocommissaris, belast met de interne markt en belastingen, hamerde hij er op dat de eurolanden zich zouden houden aan het Stabiliteits- en Groei Pact.
In Den Haag en Brussel toonde Bolkestein zich als een eigenzinnig en tegendraads politicus, die geen blad voor de mond nam. Zijn invloed op de strategische en programmatische positionering van VVD was groot: enerzijds leidde hij zijn partij naar samenwerking met de PvdA, anderzijds stelde hij de liberale standpunten over integratie, islam en Europese samenwerking in behoudende zin bij. De algemene vergadering van mei 1999 benoemde Bolkestein tot erelid van de VVD.