Hans Dijkstal (1943) werd geboren in Port Saïd in Egypte. Toen hij vijf jaar was verhuisde het gezin-Dijkstal naar Den Haag. Hij studeerde Nederlands recht aan de Universiteit van Amsterdam, maar maakte deze studie niet af. Later volgde Dijkstal de opleiding tot assurantie-agent. In 1967 vestigde hij zich als zelfstandig financieel adviseur. Ook was hij docent management-training aan het Instituut voor Sociale Wetenschappen in Den Haag.
Na het midden van de jaren zestig was Dijkstal lid geworden van de VVD. In 1974 nam hij zitting in de gemeenteraad van Wassenaar. In 1978 werd hij wethouder. Een paar maanden nadat hij in november 1982 in de Tweede Kamer was verkozen, legde Dijkstal deze functie neer. Wel zou hij tot 1986 gemeenteraadslid blijven. In 1990 maakte hij ook nog enkele maanden deel uit van de Wassenaarse raad. In datzelfde jaar werd hij vice-voorzitter van de Kamerfractie.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 3 mei 1994 werd Dijkstal toch wel onverwacht minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier in het eerste kabinet-Kok van PvdA, VVD en D66. Geheime verkennende gesprekken tussen prominente VVD’ers en PvdA’ers over een coalitie zonder het CDA, waarvan Dijkstal een groot voorstander was, werden al vanaf 1990 bij hem thuis in Wassenaar gevoerd. In het ‘paarse’ kabinet fungeerde de sociaal vaardige Dijkstal vaak als bruggenbouwer tussen de sociaaldemocraten en liberalen, die lange tijd politieke vijanden van elkaar waren geweest. Het leverde hem de bijnaam ‘het oliemannetje van paars’ op.
Na de uiterst succesvol verlopen Tweede Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 volgde Dijkstal Frits Bolkestein op als fractievoorzitter en partijleider. Gezien de peilingen was het niet ondenkbaar dat Dijkstal na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 de eerste liberale premier van Nederland zou worden sinds de Eerste Wereldoorlog. De opkomst van Pim Fortuyn gooide echter roet in het eten. Binnen de partij werd druk op Dijkstal uitgeoefend om tijdens de verkiezingscampagne minder ‘soft’ te zijn en de rechterflank van het electoraat beter te bedienen, maar dat weigerde hij. De VVD leed een zware nederlaag, waarna Dijkstal als fractievoorzitter en partijleider plaats maakte voor Gerrit Zalm; een paar maanden later verliet hij ontgoocheld de Tweede Kamer.
Dijkstal had na zijn vertrek uit Den Haag grote moeite met de koers van de Tweede Kamerfractie onder leiding van Jozias van Aartsen, die Zalm als fractievoorzitter was opgevolgd. De VVD zou teveel ‘populistische trekjes’ vertonen en teveel toegeven aan de sentimenten van het volk. ‘De VVD is de weg kwijt en mij bijna’, stelde hij in juni 2005. Hij overwoog zijn partijlidmaatschap op te zeggen, maar bleef uiteindelijk toch lid. Na zijn vertrek uit Den Haag was Dijkstal lid van vele commissies. Met koningin Máxima maakte hij deel uit van de commissie Participatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen (Pavem).
Dijkstal overleed op 9 mei 2010. Hij stond bekend als een goedlachse en aimabele persoon en een toegankelijk en relativerend politicus. Anders dan zijn voorgangers Pieter Oud, Hans Wiegel en Bolkestein hield hij niet van polariseren. Grote visies heeft hij niet ontvouwd, waarin hij lijkt op Mark Rutte, de huidige partijleider van de VVD.