Joris Voorhoeve (1945), zoon van een uitgever, studeerde onder meer ontwikkelingseconomie in Wageningen en promoveerde in de Verenigde Staten aan de John Hopkins University. Van 1969 tot 1971 was hij lid geweest van D66; in 1975 sloot hij zich bij de VVD aan. Na gewerkt te hebben bij de Wereldbank in Washington en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid werd hij in 1979 directeur van de Prof.Mr. B.M. Teldersstichting, het wetenschappelijke bureau van de VVD. Die functie legde hij neer toen hij in september 1982 lid werd van de Tweede Kamer. Het Kamerlidmaatschap combineerde hij wel met zijn bijzonder hoogleraarschap aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Met deze nevenfunctie stopte Voorhoeve toen hij, in die tijd nog een vrij onbekend politicus, in juli 1986 verrassend Ed Nijpels als voorzitter van de Tweede Kamerfractie opvolgde. De degelijke en bedachtzame wetenschapper had in de voorafgaande roerige jaren binnen de fractie de reeks incidenten en conflicten doorstaan zonder vijanden te maken, wat hem voor veel fractieleden tot een aanvaardbare kandidaat voor het voorzitterschap maakte. Hoewel de media aanvankelijk Rudolf de Korte, de vice-premier in het tweede kabinet-Lubbers, als partijleider van de VVD beschouwden, zou Voorhoeve uiteindelijk die rol krijgen.
In mei 1989 viel het tweede kabinet-Lubbers van CDA en VVD door toedoen van Voorhoeve. Met hem als weinig charismatische lijsttrekker verloor de VVD vijf zetels bij de Tweede Kamerverkiezingen op 6 september . Na aanhoudende kritiek trad Voorhoeve in april 1990 als fractievoorzitter en partijleider terug. Begin 1991 verliet hij de Tweede Kamer. Hij hervatte zijn wetenschappelijke loopbaan, totdat hij in augustus 1994 minister van Defensie werd in het eerste kabinet-Kok. In deze functie was hij politiek verantwoordelijk voor het optreden van Dutchbat (het Nederlandse contingent VN-militairen) in de moslim-enclave Srebrenica, waar in juli 1995 het Bosnisch-Servische leger meer dan zevenduizend moslim-mannen vermoordde. Voorhoeve bleef als minister aan, maar meende later dat hij beter had kunnen aftreden.
Na een anderhalf jaar durend Kamerlidmaatschap na de Tweede Kamerverkiezingen van mei 1998, trad Voorhoeve toe tot de Raad van State. Tot 2011 was hij staatsraad. Daarnaast was hij ook weer wetenschappelijk actief.
In juni 2009 werd Voorhoeve ook lid van D66. Hij vond dat deze partij positiever dacht over internationale samenwerking dan de VVD, die de Nederlandse ontwikkelingshulp wilde halveren, en over Europese integratie, waarbij de VVD steeds meer reserves had. In september 2010 zei hij zijn VVD-lidmaatschap op, uit protest tegen de samenwerking van de VVD met de PVV: de formele gedoogsteun die de deze partij aan het eerste kabinet-Rutte van VVD en CDA verleende deed voor hem de deur dicht. De voormalige partijleider van de VVD, die ooit was begonnen bij D66, keerde bij zijn eerste politieke liefde terug.