Ed Nijpels (1950) groeide op in een rooms-katholiek gezin dat van Den Helder naar Bergen op Zoom verhuisde. Hij studeerde rechten en was tussen 1973 en 1976 leraar maatschappijleer op een rooms-katholiek lyceum. In 1968 was hij lid geworden van de VVD. D66 was ook even in beeld geweest, vanwege haar staatkundige program, ‘maar het hele politieke klimaat van de VVD trok me meer aan’. Nijpels sloot zich ook aan bij de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD), waarvan hij internationaal secretaris en voorzitter werd. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 25 mei 1977 werd hij verkozen. Tegelijkertijd (van 1976 tot 1982) was Nijpels lid van de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Binnen de VVD behoorde hij naar eigen zeggen tot de linkervleugel. Zo nam hij deel aan in het ‘Des Indes-overleg’, waar VVD’ers met PvdA’ers en D66’ers overlegden over regeringssamenwerking.
In april 1982 volgde de 32-jarige Nijpels Hans Wiegel op als partijleider. De partijleiding verwachtte dat de nieuwbakken fractievoorzitter in de oppositie in zijn rol als eerste man zou kunnen groeien, maar het rammelende tweede kabinet-Van Agt viel nog geen maand later. Zo onderging hij al snel zijn electorale vuurdoop, en met succes. Nijpels behaalde met de VVD bij de Tweede Kamerverkiezingen van 8 september 1982 ruim 23 procent van de stemmen, een record. Toen de VVD toetrad tot het eerste kabinet-Lubbers, bleef hij net als Pieter Oud in de Tweede Kamer. Dualistisch zoals zijn illustere voorvanger was Nijpels niet, integendeel. In een artikel in Liberaal Reveil had hij de theorie van het ‘strategisch monisme’ ontwikkeld, die erop neerkwam dat het te voeren beleid in het regeerakkoord gedetailleerd werd vastgelegd om te voorkomen dat coalitiepartner CDA bij de PvdA zou gaan winkelen.
Als partijleider kreeg Nijpels het al snel moeilijk, mede door interne verdeeldheid en een serie affaires binnen de fractie. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 21 mei 1986 verloor de VVD met Nijpels als lijsttrekker negen zetels. Aanhoudende kritiek op zijn persoon leidde na de kabinetsformatie tot zijn terugtreden als partijleider. Nijpels werd daarop minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in het tweede kabinet-Lubbers; het vice-premierschap moest hij aan Rudolf de Korte laten. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 6 september 1989 zat Nijpels nog korte tijd in de Tweede Kamer, waarna hij burgemeester van Breda werd (tot 1995). Van 1999 tot 2008 was hij Commissaris van de Koningin in Friesland. Daarna bekleedde hij nog een aantal bestuursfuncties en commissariaten, waarvan enkele hem in opspraak brachten.
De politieke carrière van Nijpels vertoont veel overeenkomsten met die van Wiegel. Beiden waren voorzitter van de JOVD, partijleider van de VVD en Commissaris van de Koningin in Friesland. Het lukte Nijpels echter in de jaren tachtig niet zijn stempel op de VVD te drukken zoals zijn voorganger in de jaren zeventig had gedaan.