Gerrit Zalm (1952) groeide op in een eenvoudig milieu. Zijn vader was kolenboer. Hij studeerde economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Vervolgens kreeg hij in 1975 een baan op het ministerie van Financiën. Op dit departement, en later dat van Economische Zaken, maakte hij carrière. In 1988 werd Zalm onderdirecteur en een jaar later directeur van het Centraal Planbureau (CPB).
In 1971 was Zalm lid geworden van de PvdA. Hij werd zelfs voorzitter van de afdeling-Enkhuizen. Zo’n tien jaar later bedankte hij als lid: hij vond de PvdA spilziek en ergerde zich aan partijleider Joop den Uyl. In 1986 kreeg Zalm een brochure van de VVD in handen. Omdat hij het naar zijn zeggen ‘nergens mee oneens was’, meldde hij zich als lid aan.
In 1994 trad Zalm als minister van Financiën toe tot de paarse coalitie van PvdA, VVD en D66. Niet alleen tijdens het eerste en tweede kabinet-Kok (1994-2002), maar ook in het tweede en derde kabinet-Balkenende (2003-2006) vervulde hij deze functie – al met al twaalf jaar. Daarmee is hij de langstzittende minister van Financiën in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Hij introduceerde de ‘Zalm-norm’, die door de overheidsinkomsten en -uitgaven strikt van elkaar te scheiden meer rust moest brengen in het financiële overheidsbeleid. In Europa bepleitte hij een stringente naleving van het Stabiliteits- en Groei Pact.
Na de zware verkiezingsnederlaag in mei 2002 wees de Tweede Kamerfractie Zalm aan als opvolger van de teruggetreden fractievoorzitter Hans Dijkstal. Zalm bleef tijdens het eerste kabinet-Balkenende van CDA, VVD en LPF in de Tweede Kamer. Onder zijn aanvoering won de VVD bij de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 22 januari 2003 vier zetels. Zijn rol als fractievoorzitter en lijsttrekker lag Zalm niet echt; hij was geen raspoliticus en kwam in zijn publieke optreden vaak wat verkrampt over. Opgelucht werd hij na de verkiezingen weer minister van Financiën. Zijn opvolger als fractievoorzitter Jozias van Aartsen maakte aanspraak op het politiek leiderschap, maar Zalm bleef zich, gesteund door de partij, als zodanig beschouwen. In september 2005 kondigde hij aan geen lijsttrekker te willen zijn bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen.
In februari 2007 verliet Zalm de politiek. Hij was vervolgens onder meer werkzaam bij de Dirk Scheringa Bank (DSB) en ABN AMRO. In 2017 keerde hij terug op het Haagse Binnenhof als informateur van het derde kabinet-Rutte – een functie die hij ook vervulde in de formatie van het tweede kabinet-Kok in 1998.
Met zijn joviale verschijning, directe taalgebruik en schaterlach was Zalm ten tijde van de paarse coalitie een populair politicus, waarbij natuurlijk ook de gunstige economische omstandigheden op hem als minister van Financiën afstraalden. Tijdens zijn fractievoorzitterschap kwamen er barsten in dat positieve beeld. Zalm werd na de invoering van de euro in 2002 de prijsstijgingen verweten, en zijn tegenstanders beweerden – ten onrechte overigens – dat hij de kwade genius zou zijn geweest achter de val van het eerste kabinet-Balkenende. Zalm was in 1994 plotsklaps in de Haagse politiek beland en heeft altijd iets van een buitenstaander gehouden: hij kenschetste zichzelf ooit als ‘apolitieke technocraat’.