Organisatie 1998 - 2006

Ballonnen bij de opening van de 55e jaarlijkse AV in Veldhoven, 2002.
Ballonnen bij de opening van de 55e jaarlijkse AV in Veldhoven, 2002.

De ingrijpende vernieuwing van de partijorganisatie van de VVD aan het begin van de 21ste eeuw was het directe gevolg van de opkomst van Pim Fortuyn en de zware nederlaag van de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002. Binnen korte tijd stapte de VVD af van het getrapte organisatorische partijmodel waarin de algemene vergadering (ook wel als congres aangeduid), bestaande uit afdelingsafgevaardigden, het zwaartepunt vormde. Dit orgaan werd omgevormd tot een ledencongres waar alle aanwezige leden stem­recht hebben, hoewel in sommige gevallen de besluitvorming plaats dient te vinden in de zogeheten ‘algemene vergadering van afgevaardigden’ – zoals bij de vaststelling van het verkiezingsprogramma, om te voorkomen dat belangengroepen dat proces via massale ledenwerving naar hun hand kunnen zetten. Verder kunnen de partijleden voortaan in een directe stemming de par­tijvoorzitter of de lijsttrekker voor de ver­kiezingen voor de Tweede Kamer en het Euro­pees Parlement aanwijzen, de rest van de kandidatenlijst vaststellen en zich in een ledenraadple­ging over politieke onder­wer­pen uitspreken. Ook andere partijen vergrootten in deze periode de zeggenschap van de leden, maar dit proces verliep binnen de VVD aanmerkelijk sneller en ook verstrekkender dan in het CDA en de PvdA.

 

De partijleiding hoopte dat met de interne democratisering er een einde zou komen aan de ‘com­promissencultuur’ binnen de partij en dat de par­ticipatie van de leden zou toenemen. De betrok­kenheid van de leden vertoonde evenwel een wisse­lend beeld. Aan de verkiezing van de lijsttrekker voor de Europese verkiezingen en voor de partijvoorzitter in september en november 2003 deed 16,2 respectievelijk 13,5 procent van de leden mee. Aan de vaststelling van de volgorde van de kandidatenlijst vanaf plaats twee voor de Europese verkiezingen begin 2004 nam 12,8 procent deel. De verkiezing van de lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen in het voorjaar van 2006 kende daarentegen een zeer hoge opkomst van 73,8 procent. Op de ledencongressen – een andere hervorming in het kader van de partijvernieuwing – loopt het niet echt storm.

 

Slachtoffer van de partijvernieuwing waren de ‘partijbaronnen’. Het Periodiek Overleg van Kamercentralevoorzitters (POK) moest zich formeel voortaan louter met organisatorische aangelegenheden bezighouden. Door deze degradatie raakten de regionale voorzitters een deel van hun politieke invloed en daarmee van hun status kwijt. Geen wonder dat zij zich op de algemene vergadering op 16 en 17 mei 2003 sterk tegen de partijvernieuwing verzet­ten. In 2006 voelden de kamercentralevoorzitters zich nauwelijks betrokken bij de verkiezingscampagne.

De substantiële vergroting van de ledenzeggenschap resulteerde op bepaalde momenten in een afname van de cen­trale regie in de VVD. Dat bleek heel duidelijk bij de lijsttrekkersverkiezingen in het voorjaar van 2006. Leden kregen verder ook het laatste woord in de vaststelling van de gehele kandidaten­lijst, waar­door de uit­kom­sten minder voorspelbaar worden – in ieder geval in theorie, want het hoofdbestuur kon door het opstellen van een ‘voorkeursvolgorde’ vanaf plaats twee het proces toch beïnvloeden.

 

Voorzitter Bas Eenhoorn presenteert de eerste verkiezingswebsite van de VVD
Eenhoorn presenteert de eerste verkiezingswebsite van de VVD.
Deel van wervingsfolder van eind jaren negentig
Deel van wervingsfolder van eind jaren negentig.