Programma's 1963 - 1971

Verkiezingsprogramma’s

Ook al was hij geen lijsttrekker meer, de vertrekkende partijleider Pieter Oud heeft nog wel het verkiezingsprogramma van 1963 geschreven. Anders dan daarvoor, liepen op de algemene vergadering in maart de gemoederen er hoog over op. In 1967 stelde een commissie een ontwerp op, nadat Oud opvolger Edzo Toxopeus een voorzet had gegeven. De programma’s werden steeds langer: van ruim 6000 woorden in 1959 naar bijna 22.000 in 1971 – bijna vier keer zo lang. Dat had te maken met de ‘politisering’ van de partijorganisatie: vanuit de algemene vergadering en de in aantal gegroeide partijcommissies kwamen vaak allerlei suggesties die een plek in het programma kregen. Daarnaast was de groter wordende overheidsbemoeienis met de samenleving van invloed. De maatschappij werd steeds complexer en politieke partijen moesten over veel meer thema’s dan vroeger een visie ontwikkelen.

In de verkiezingsprogramma’s in deze periode doken die nieuwe issues op. In 1963 waren dat onder meer ontwikkelingshulp, ruimtelijke ordening, recreatie, mobiliteit en de ‘bestrijding van de vervuiling van bodem, water en lucht’. Vier jaar later werden daaraan toegevoegd de vergroting van de democratische controle door de invoering van de ombudsman en grotere openbaarheid van overheidsdocumenten, en het vraagstuk van de toegenomen vrijetijdsbesteding. In het zeer gedetailleerde program van 1971 kwamen daar punten bij als de verruiming van de verkrijgbaarheid van condooms, de aanwijzing van de kabinetsformateur – ‘tevens kandidaat-minister-president’ – door de Tweede Kamer, en de ‘afschaffing van discriminatie tussen homofielen en heterofielen’. Daarnaast keerden in de programma’s thema’s uit de jaren vijftig terug, zoals adhesie aan de NAVO, bezitsvorming, inflatiebestrijding en Europese integratie – de VVD was voorstander van de overdracht bevoegdheden aan supranationale instellingen. Verder sloten de liberalen in alle drie de programma’s regeringssamenwerking met de PvdA nadrukkelijk uit.

Beginselprogramma

Hoewel Oud in 1963 als partijleider was vertrokken, speelde hij nog wel een prominente rol bij de eerste herziening van het beginselprogramma van 1948. Een ontwerp van een paar jaar daarvoor, opgesteld door een commissie waarin hij geen zitting had, was door de partij terzijde geschoven. Met verwijzingen naar de Tien Geboden en de noodzaak van hiërarchie in de samenleving, alsmede een pleidooi voor versterking van zedelijk normbesef door de staat ademde het concept een conservatieve en hier en daar bijna confessionele geest. Oud had zich als erevoorzitter bij alle kritiek niet onbetuigd gelaten. Het nieuwe ontwerp werd in de buitengewone algemene vergadering op 22 januari 1966 met enkele wijzigingen aangenomen.

Het gemoderniseerde programma verschilde in een aantal opzichten van de versie van 1948. In de eerste plaats was ‘verdraagzaamheid’ als vierde beginsel van de VVD opgenomen. Ten tweede was in het nieuwe program het christendom minder aanwezig. De partij meende nog wel dat de Nederlandse samenleving door de geest van het christendom ‘bovenal gedragen’ werd, maar voegde daar het humanisme aan toe, dat in 1948 nog had ontbroken. Ten derde gaf het nieuwe program een lichte verschuiving van gemeenschap naar individu te zien, zij het dat de mens nog altijd werd geacht naar zijn aard ‘als vrije persoonlijkheid in gemeenschap te leven’. Ook de waarde van het gezin bleef ongewijzigd, als ‘kern’ van de samenleving. In die zin was er niet al te veel veranderd, maar dat was wel enigszins te verwachten gezien de grote invloed die Oud op de herziene versie heeft uitgeoefend.

Omslag van een verkiezingsfolder voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1963.
Omslag van een verkiezingsfolder voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1963.